doktersjas
Nederlands
Woordafbreking
- dok·ters·jas
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van dokter en jas met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | doktersjas | doktersjassen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
doktersjas v/m [1]
- witte jas die een arts ter bescherming over zijn kleding draagt maar ook geschikt is als status symbool
- Die ginkgo is werkelijk overal goed voor: wintervoeten, herseninfarcten, dementie, duizeligheid, de ziekte van Menière, astma, blaasklachten, gehooraandoeningen, trage bloeddoorstroming. Eigenlijk zou de vraag moeten zijn: waar is de ginkgo annex yin-hsing niet goed voor? Ik denk likdoorns, jeugdpuistjes, dwangnagels en andere lastige, maar overkomelijke kwaaltjes. Daar staat die trotse ginkgo boven, hij heeft wel wat anders te doen - go ginkgo go! Op de website van Tinnitus Stop staat ook nog een zich Martinus Lust noemende arts in witte doktersjas die in hoogst merkwaardig Nederlands aanbeveelt: „Daarom ben ik wel tevreden over de ontdekking in de bronnen van natuurlijke ingrediënten, dankzij dewelke ze op korte tijd hun probleem kunnen vergeten.” Zou het kunnen dat je van te veel ginkgo een beetje gaga wordt? [2]
Gangbaarheid
- Het woord doktersjas staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'doktersjas' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.