dispersie
Nederlands
Woordafbreking
- dis·per·sie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘kleurschifting’ voor het eerst aangetroffen in 1900 [1]
- afgeleid van dispers met het achtervoegsel -ie [2]
- afgeleid van het Latijnse 'dispersio' (verstrooiing)
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dispersie | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
dispersie v
- de verstrooiing, het uiteenwaaieren
- (optica) ontleding van licht in verschillende kleuren, kleurschifting
- (natuurkunde) fijne verdeling van een stof in een andere
- (aardrijkskunde) verspreide bewoning
Vertalingen
1. verstrooiing
|
2. kleurschifting
|
Gangbaarheid
- Het woord dispersie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'dispersie' herkend door:
67 % | van de Nederlanders; |
74 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.