dikbuik

Nederlands

Uitspraak

Geluid: dikbuik (hulp, bestand)

Woordafbreking

dik·buik

Woordherkomst en -opbouw

samenstelling van dik en buik [1]

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	dikbuik	dikbuiken
verkleinwoord	dikbuikje	dikbuikjes

Zelfstandig naamwoord

dikbuik m [2]

iemand die een dikke buik heeft

Gangbaarheid

Het woord dikbuik staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'dikbuik' herkend door:

89 %	van de Nederlanders;
78 %	van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.