digereren
Nederlands
Woordafbreking
- di·ge·re·ren
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van het Franse digérer of daarvoor van het Latijnse 'digerere' (of 'gerere' (brengen, doen) met het voorvoegsel dis-) met het achtervoegsel -eren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
digereren |
digereerde |
gedigereerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
digereren overgankelijk
- (voeding) (kookkunst) verteren
- (kookkunst) (scheikunde) (een vloeistof en een vaste stof samen) matig verwarmen
Verwante begrippen
- verduwen, verwerken
Gangbaarheid
- Het woord digereren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'digereren' herkend door:
24 % | van de Nederlanders; |
40 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.