dichting
Nederlands
Woordafbreking
- dich·ting
Zelfstandig naamwoord
dichting v [1]
- iets wat ervoor zorgt dat een ruimte afgesloten blijft zodat er niets in- of uit kan gaan
- De overtredingen schieten alle kanten uit: vis en vlees in dezelfde koelkast, vervallen producten op het schap, vuile potten en pannen in de kasten of een slechte persoonlijke hygiëne. Vaak gaat het om onschuldige foutjes: formulieren die niet juist zijn ingevuld of een scheurtje in de dichting van een koelkast. [2]
- De dichting van de achteras heeft het ook volledig begeven. Gevolg is dat we om de 200km twee liter moeten bijvullen. De nieuwe speciale dichting is ondertussen besteld bij MAN België en komt vandaag toe in het bivak. [3]
Gangbaarheid
- Het woord dichting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'dichting' herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- De Standaard 20/06/2015 Website vertelt hoe hygiënisch restaurants zijn
- De Standaard 10/01/2016 Essers speelt op veilig in Dakar met rustdag in zicht
- De Standaard 19/02/2016 Gaslek in Californië is permanent gedicht
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.