dichteres

Nederlands

Sibylle van Griethuysen (ca.1620-na 1662). Dichteres te Groningen
Uitspraak
Woordafbreking
  • dich·te·res
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dichteres dichteressen
verkleinwoord dichteresje dichteresjes

Zelfstandig naamwoord

dichteres v

  1. (beroep) vrouwelijker dichter
    • Amerikaanse onderzoekers hebben berekend in welk seizoen de Griekse lyrische dichteres Sappho haar gedicht Middernacht schreef. Sappho was de grootste dichteres van de Oudheid en even beroemd als haar eerdere tegenpool Homerus.[1] 
Hyponiemen
  • hekeldichteres, huisdichteres, puntdichteres, stadsdichteres, tekstdichteres, toondichteres, treurdichteres, zondagsdichteres

Gangbaarheid

  • Het woord dichteres staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. NRC George Beekman 26 mei 2016
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.