dichteres
Nederlands
![](../I/m/Sibylle_van_Griethuysen_(ca.1620-na_1662)._Dichteres_te_Groningen_Rijksmuseum_SK-A-4591.jpeg)
Sibylle van Griethuysen (ca.1620-na 1662). Dichteres te Groningen
Woordafbreking
- dich·te·res
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dichteres | dichteressen |
verkleinwoord | dichteresje | dichteresjes |
Zelfstandig naamwoord
dichteres v
- Amerikaanse onderzoekers hebben berekend in welk seizoen de Griekse lyrische dichteres Sappho haar gedicht Middernacht schreef. Sappho was de grootste dichteres van de Oudheid en even beroemd als haar eerdere tegenpool Homerus.[1]
Hyponiemen
- hekeldichteres, huisdichteres, puntdichteres, stadsdichteres, tekstdichteres, toondichteres, treurdichteres, zondagsdichteres
Gangbaarheid
- Het woord dichteres staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'dichteres' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- NRC George Beekman 26 mei 2016
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.