denkspoor
Nederlands
Woordafbreking
- denk·spoor
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van denk ww en spoor
1. en 2. | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | denkspoor | denksporen |
verkleinwoord | denkspoortje | denkspoortjes |
Zelfstandig naamwoord
denkspoor (het)
- overweging, idee, redenering, mogelijke oplossing
- De railsector is toe aan een nieuw denkspoor voor arbeidsveiligheid.
- Het kan een interessant denkspoor zijn voor onze bedrijfsterreinen.
Gangbaarheid
- Het woord denkspoor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'denkspoor' herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.