delgen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • del·gen
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘tenietdoen’ voor het eerst aangetroffen in 1477 [1]
  • Afkomstig van het Oudgermaanse woord 'tilgen' (het afbetalen van schulden onder een jonge eik = tilge -- deze pagina geeft een andere etymologie).
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
delgen
delgde
gedelgd
zwak -d volledig

Werkwoord

delgen

  1. (economie) een schuld uitwissen, tenietdoen, amortiseren
Anagrammen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord delgen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
63 %van de Nederlanders;
77 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.