deed boos

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  deed boos    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈdet ˈbos/
Woordafbreking
  • deed boos
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
boosdoen

deed (…) boos

  1. enkelvoud verleden tijd van boosdoen
    • Ik deed boos. 
    • Jij deed boos. 
    • Hij, zij, het deed boos. 

Gangbaarheid

  • Het woord 'deed boos' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.