deed
Nederlands
Woordafbreking
- deed
Werkwoord
vervoeging van |
---|
doen |
deed
- enkelvoud verleden tijd van doen
- Ik deed.
- Jij deed.
- Hij, zij, het deed.
- Ik deed.
Gangbaarheid
- Het woord deed staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'deed' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.