decorstuk

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • de·cor·stuk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord decorstuk decorstukken
verkleinwoord decorstukje decorstukjes

Zelfstandig naamwoord

decorstuk o [1]

  1. deel van het decor
    • Het verlies van de decorstukken en rekwisieten, deel van het collectieve ‘theatergeheugen’, deed de toneelwereld opschrikken. Het maakt de vraag actueel hoe gezelschappen eigenlijk omgaan met hun decors, zowel tijdens de tournee als na afloop. Wat gebeurt ermee? Welke risico’s zijn er? Zijn ze brandgevaarlijk? Hoe vaak worden ze bewaard om opnieuw gebruikt te kunnen worden? [2] 

Gangbaarheid

  • Het woord decorstuk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Kester Freriks 6 januari 2017
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.