decline

Engels

Uitspraak
enkelvoud meervoud
decline declines
vervoeging
onbepaalde wijs to decline
he/she/it declines
verleden tijd declined
voltooid
deelwoord
declined
onvoltooid
deelwoord
declining
gebiedende wijs decline
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Latijnse werkwoord declinare.

Zelfstandig naamwoord

decline

  1. afname

Werkwoord

decline

  1. bedanken, weigeren
  1. «The police spokesman declined to disclose the name of her married lover.»
    De woordvoerder van de politie weigerde de naam van haar gehuwde minnaar openbaar te maken.
  2. afwijzen, afslaan
  1. «The man kindly declined any help he was offered.»
    De man wees alle hulp die hem werd aangeboden vriendelijk af


Spaans

Werkwoord

vervoeging van
declinar

decline

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van declinar
  1. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van declinar
  1. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van declinar
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.