dahlia

Nederlands

dahlia
Uitspraak
Woordafbreking
  • dah·lia
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het modern Latijn, in de betekenis van ‘sierplant’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1846 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord dahlia dahlia's
verkleinwoord dahliaatje dahliaatjes

Zelfstandig naamwoord

dahlia v/m

  1. een plantengeslacht uit de composietenfamilie, dat een tiental soorten omvat die wild voorkomen in Mexico als cultivar zijn er duizenden variëteiten
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord dahlia staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
93 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.