dagtocht

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dag·tocht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dagtocht dagtochten
verkleinwoord dagtochtje dagtochtjes

Zelfstandig naamwoord

dagtocht m

  1. Een reis of tocht die één dag duurt.
    • Zij maakten een dagtochtje naar Amsterdam. 

Gangbaarheid

  • Het woord dagtocht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.