dagtocht
Nederlands
Woordafbreking
- dag·tocht
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van dag en tocht
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dagtocht | dagtochten |
verkleinwoord | dagtochtje | dagtochtjes |
Zelfstandig naamwoord
dagtocht m
- Een reis of tocht die één dag duurt.
- Zij maakten een dagtochtje naar Amsterdam.
Gangbaarheid
- Het woord dagtocht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'dagtocht' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.