dagbladhandelaar

Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
  • dag·blad·han·de·laar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dagbladhandelaar dagbladhandelaren
verkleinwoord dagbladhandelaartje dagbladhandelaartjes

Zelfstandig naamwoord

dagbladhandelaar m

  1. (beroep) iemand die kranten verkoopt
    • De dagbladhandelaar had een goed lopende krantenkiosk bij het station. 

Gangbaarheid
  • Het woord dagbladhandelaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.