daarjegens
Nederlands
Woordafbreking
- daar·je·gens
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van daar en jegens
vnw. bijw. | ||
---|---|---|
voorzetselbijwoord | jegens | |
persoonlijk | erjegens | |
aanwijz. | nabij | hierjegens |
veraf | daarjegens | |
vragend/betrekk. | waarjegens |
Voornaamwoordelijk bijwoord
(scheidbaar)
daarjegens
- (verouderd) vervangt *jegens dat, jegens die: ten aanzien van die zaak
- ..] en indien de verweerder niet en compareert, of daarjegens en spreekt, maar hem laat contumaceeren en bannen, zal hij ten naasten berijde nog mogen gehoord zijn en daarjegens spreken [.. [1]
Gangbaarheid
- Het woord 'daarjegens' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- Keuren en Statuten, geordonneerd en gemaakt bij den heere [d.i. den hoogbaljuw] en de wet 's Lands van den Vrijen in 't jaar 1542, om pays en rust onderhouden te wezen en om den gemeenen oorboor en profijt van den voorzeiden lande en den appendantsche van dien
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.