creool
Nederlands
Woordafbreking
- cre·ool
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘iem. van gemengd bloed’ voor het eerst aangetroffen in 1740 [1]
- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | creool | creolen |
verkleinwoord | creooltje | creooltjes |
Zelfstandig naamwoord
creool m
- de in Latijns-Amerika geboren nazaten van een samensmelting van Afrikaanse slaven en mestiezen (Spaans en Indiaanse vermenging)
Hyponiemen
- boslandcreool
Vertalingen
1. de in Latijns-Amerika geboren nazaten van een samensmelting van Afrikaanse slaven...)
Gangbaarheid
- Het woord creool staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'creool' herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
89 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.