crêpe

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  crêpe    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈkrɛp/
Woordafbreking
  • crê·pe
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘weefsel’ voor het eerst aangetroffen in 1847 [1]
  • van Frans crêpe [2][3]
enkelvoud meervoud
naamwoord crêpe crêpes
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

crêpe v

  1. (voeding) dun pannenkoekje
Synoniemen
enkelvoud meervoud
naamwoord crêpe -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

crêpe m

  1. (textielindustrie) dun geruwd weefsel
  2. (materiaalkunde) dun papier met een rimpelig oppervlak
  3. (materiaalkunde) bleke soort natuurrubber met een brokkelig oppervlak
Synoniemen
  • [1] krip

Gangbaarheid

  • Het woord crêpe staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

Frans

Werkwoord

vervoeging van
crêper

crêpe

  1. eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van crêper
  2. eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van crêper
  3. tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van crêper
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.