copiloot

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • co·pi·loot
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord copiloot copiloten
verkleinwoord copilootje copilootjes

Zelfstandig naamwoord

copiloot m

  1. (beroep) (luchtvaart) In de burgerluchtvaart wordt de eerste officier vaak copiloot of first officer genoemd.
    • Het daadwerkelijke vliegen (van start tot en met landing) wordt normaal gesproken tussen de gezagvoerder en de eerste officier verdeeld, waarbij één piloot het vliegtuig vliegt (pilot flying), en de ander assisteert (pilot monitoring). 

Gangbaarheid

  • Het woord copiloot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.