contrasteren
Nederlands
Woordafbreking
- con·tras·te·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
contrasteren |
contrasteerde |
gecontrasteerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
contrasteren
- absoluut een tegenstelling vormen
- Tegen die achtergrond contrasteert het nauwelijks.
- overgankelijk in tegenstelling brengen
- In dat boek wordt dat gecontrasteerd tegen de gebeurtenissen in het oosten.
Vertalingen
1. een tegenstelling vormen
Gangbaarheid
- Het woord contrasteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'contrasteren' herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.