congrueren

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • con·gru·e·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van het Latijnse congruere (met het voorvoegsel con-)
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
congrueren
congrueerde
gecongrueerd
zwak -d volledig

Werkwoord

congrueren [1]

  1. absoluut overeenstemmen
  2. inergatief (taalkunde) woorden qua geslacht en getal in overeenstemming brengen
    • Wordt er vandaag de dag nog wel gecongrueerd? 
  1. absoluut (wiskunde) gelijk en gelijkvormig zijn
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord congrueren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.