congreslid

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • conĀ·gresĀ·lid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord congreslid congresleden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

congreslid o

  1. (politiek) iemand die deel uitmaakt van een congres, het wetgevend lichaam van een land

Gangbaarheid

  • Het woord congreslid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.