confidentie
Nederlands
Woordafbreking
- con·fi·den·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘vertrouwelijke mededeling, vertrouwen’ voor het eerst aangetroffen in 1619 [1]
- confidentia "vertrouwen, zelfvertrouwen" [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | confidentie | confidenties (confidentiën) |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
confidentie v
- vertrouwelijke mededeling
- vertrouwelijkheid
- (verouderd) vertrouwen
Gangbaarheid
- Het woord confidentie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.