colloquium

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • col·lo·qui·um
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘samenspraak, geleerd gesprek’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
  • afgeleid van het Latijnse loqui (spreken) met het voorvoegsel col- met het achtervoegsel -ium [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord colloquium colloquia
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

colloquium o [3]

  1. discussiecollege
  2. geleerd gesprek
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
  • colloquium doctum
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord colloquium staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
69 %van de Nederlanders;
81 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.