coassistent
Nederlands
Woordafbreking
- co·as·sis·tent
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | coassistent | coassistenten |
verkleinwoord | coassistentje | coassistentjes |
Zelfstandig naamwoord
coassistent m
- (beroep) een student geneeskunde die stage loopt in een ziekenhuis
- Raadsel: "Het is wit en het loopt in de weg". Antwoord: een coassistent
Gangbaarheid
- Het woord coassistent staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'coassistent' herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.