coïncidentie

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • co·in·ci·den·tie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘samenloop van omstandigheden’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord coïncidentie coïncidenties
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

coïncidentie v [3]

  1. het toevallig samenvallen van omstandigheden
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord coïncidentie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
88 %van de Nederlanders;
90 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.