clubkas
Nederlands
Woordafbreking
- club·kas
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van club zn en kas zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | clubkas | clubkassen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
clubkas v/m [1]
- de financiële bezittingen van een (sport)vereniging
- De Stichting Supportersclub Oranje ontkent stellig dat bestuurders van die organisatie zich zouden hebben verrijkt met geld uit de clubkas. Volgens de club wordt het budget alleen gebruikt voor activiteiten bedoeld voor de fans en voor zakelijke overeenkomsten met partijen die deze organiseren. [2]
- Hospice de Reggestroom met een vestiging in Rijssen werd dinsdagavond uitgeroepen tot ‘winnaar’ van de Rabobank Clubkas Campagne. De instelling ging naar huis met de grootste cheque van 5.913,98 euro. [3]
Gangbaarheid
- Het woord clubkas staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'clubkas' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Reformatorisch Dagblad 30-08-2017 Supportersclub ontkent fraude
- Tubantia Mariëtte Cellarius 06-06-18 Hospice de Reggestroom ‘winnaar’ Rabobank Clubkas Campagne
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.