click
Nederlands
Woordafbreking
- click
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘bij inademen gevormde klank’ voor het eerst aangetroffen in 1968 [1]
- van Engels click [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | click | clicks |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
click m
- (communicatie) waarneming van bepaalde informatie op internet die blijkt uit het aanklikken van een hyperlink door de lezer, vaak gebruikt als maatstaf voor bereik en advertentieopbrengsten
- (taalkunde) medeklinker die wordt gevormd bij het inademen
Synoniemen
- klik
- [2] klikfoneem
Verwante begrippen
- [1] clicksong
- [2] clickbait
- [2] clickjacking
- [2] clickrate
Werkwoord
vervoeging van |
---|
clicken |
click
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van clicken
- Ik click.
- gebiedende wijs van clicken
- Click!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van clicken
- Click je?
Gangbaarheid
- Het woord click staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'click' herkend door:
87 % | van de Nederlanders; |
85 % | van de Vlamingen. |
Engels
Werkwoord
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to click |
he/she/it | clicks |
verleden tijd | clicked |
voltooid deelwoord |
clicked |
onvoltooid deelwoord |
clicking |
gebiedende wijs | click |
click
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.