chimaera

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • chi·mae·ra
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘monsterdier’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1556 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord chimaera chimaera's
verkleinwoord chimaeraatje chimaeraatjes

Zelfstandig naamwoord

chimaera v

  1. (mythologie) een fabeldier uit de Griekse mythologie en samengesteld is uit delen van meerdere dieren

Gangbaarheid

  • Het woord chimaera staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
41 %van de Nederlanders;
43 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.