casuïstiek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ca·su·is·tiek
enkelvoud meervoud
naamwoord casuïstiek -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

casuïstiek v

  1. (wetenschap) de leer van wetenschappelijke casussen
  2. het toepassen van algemeen geldende regels op concrete gevallen
    • Een goed geïllustreerde casuïstiek. 
Synoniemen
  • [1] casusleer, casusstudie
Verwante begrippen
  • casuïst, casuïstisch
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord casuïstiek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
79 %van de Nederlanders;
71 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.