cascade
Nederlands
Woordafbreking
- cas·ca·de
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘waterval’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1649 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | cascade | cascaden cascades |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
cascade v
- kleine, trapsgewijze waterval
- (techniek) serieschakeling van een aantal eenheden
Afgeleide begrippen
- cascademotor
Gangbaarheid
- Het woord cascade staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'cascade' herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.