cabrio
Nederlands
Alpha Duetto carbio
Woordafbreking
- ca·brio
Woordherkomst en -opbouw
- verkorting van cabriolet
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | cabrio | cabrio's |
verkleinwoord | cabriootje | cabriootjes |
Zelfstandig naamwoord
cabrio m
- auto met een neerklapbaar dak
- Ik trek veel aandacht bij de dames in mijn flitsende, rode cabrio.
- Ooit had ik een Mercedes van de zaak, een Mercedes cabrio en een Volkswagen. Ik droom ervan dat we na ons pensioen een cabrio-vierzitter van Mercedes hebben, dan kunnen de kinderen mee. Annemarie wil dan een Range Rover Vogue. Vroeger vond ik bezit echt belangrijk, sinds ik kanker heb gehad niet meer. Gezondheid is nu belangrijker.” [1]
Gangbaarheid
- Het woord cabrio staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'cabrio' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- NRC Friederike de Raat 23 december 2016
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.