cabriolet

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ca·bri·o·let
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘rijtuig’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1824 [1]
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘auto met opvouwbaar dak’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1929 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord cabriolet cabrioletten
cabriolets
verkleinwoord cabrioletje cabrioletjes

Zelfstandig naamwoord

cabriolet m

  1. (verkeer) een carrosserievorm van een auto gekenmerkt door een neerklapbaar en opvouwbaar dak
    • Dit model is ook als cabriolet te verkrijgen. 

Gangbaarheid

  • Het woord cabriolet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.