bygger

Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈbygəɾ /
Woordafbreking
  • byg·ger
Woordherkomst en -opbouw
  • Afleiding van het Noorse werkwoord bygge met het achtervoegsel -er
Naar frequentie 2364

Werkwoord

bygger

  1. tegenwoordige tijd van bygge
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   bygger     byggeren     byggere     byggerne  
genitief   byggers     byggerens     byggeres     byggernes  

Zelfstandig naamwoord

bygger, m

  1. (bouwkunde) bouwer (mannelijke vorm)
  2. (bouwkunde) bouwster (vrouwelijke vorm)
Synoniemen
Afgeleide begrippen


Nynorsk

Woordafbreking
  • byg·ger

Werkwoord

bygger

  1. tegenwoordige tijd van bygga
Schrijfwijzen
  • byggjer

Werkwoord

bygger

  1. tegenwoordige tijd van bygge
Schrijfwijzen
  • byggjer
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.