buurtwerk

Nederlands

buurtwerk vanuit een buurthuis
Uitspraak
Woordafbreking
  • buurt·werk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord buurtwerk
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

buurtwerk o [1]

  1. sociaal-culturele activiteiten in een stadswijk met als doel contact, participatie, en integratie te bevorderen
    • Tounkara heeft nog geen idee, Meftah heeft vooral vertrouwen in haar vrienden van het buurtwerk. „Zij doen meer voor mij dan de politiek.”[2] 
    • Zijn partij wil dat er naar dit versterken van de vrijheid net zo veel aandacht en geld gaat als nu extra naar het beschermen van onze veiligheid. GroenLinks wil dat geld onder meer besteden aan het tegengaan van radicalisering via jeugd- en buurtwerk en aan verdere inburgering van vluchtelingen.[3] 
Synoniemen
  • club- en buurthuiswerk, buurthuiswerk
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord buurtwerk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.