buren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  buren    (hulp, bestand)
  • IPA: /bʏrən/
Woordafbreking
  • bu·ren

Zelfstandig naamwoord

buren mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord buur.
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord buren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Zweeds

Woordafbreking
  • bu·ren

Werkwoord

buren

  1. voltooid (verleden) deelwoord bedrijvende vorm van vara
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.