bunkeren

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bun·ke·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bunkeren
bunkerde
gebunkerd
zwak -d volledig

Werkwoord

bunkeren [2]

  1. onovergankelijk de bunkers (brandstofreservoirs) vullen, brandstof innemen
  2. onovergankelijk (informeel) schransen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bunkeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.