buitenplaats

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bui·ten·plaats
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord buitenplaats buitenplaatsen
verkleinwoord buitenplaatsje buitenplaatsjes

Zelfstandig naamwoord

buitenplaats v/m

  1. grote huizen waar rijke mensen uit de stad vooral in de zomer wonen, die men ook wel hofstede of landhuis noemt
    • Aan de Vecht liggen veel prachtige buitenplaatsen. 

Gangbaarheid

  • Het woord buitenplaats staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.