buitendienstmedewerker

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bui·ten·dienst·me·de·wer·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord buitendienstmedewerker buitendienstmedewerkers
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

buitendienstmedewerker m

  1. (beroep) medewerker van de buitendienst

Gangbaarheid

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.