buitenaf

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bui·ten·af
Woordherkomst en -opbouw

Bijwoord

buitenaf

  1. op ruime afstand van de stad
    • Hij is buitenaf gaan wonen. 
  1. van ~: vanuit de buitenkant
    • Hij kon de deur van buitenaf niet openkrijgen. 

Gangbaarheid

  • Het woord buitenaf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.