bubbelen
Nederlands
Woordafbreking
- bub·be·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
bubbelen |
bubbelde |
gebubbeld |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
bubbelen
- het vormen van bubbels
- het vrijkomen en omhoog stijgen van bubbels en die aan het oppervlak van de vloeistof uiteenspatten
Gangbaarheid
- Het woord bubbelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bubbelen' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.