bruingeel

Nederlands

bruingele kruik
Uitspraak
Woordafbreking
  • bruin·geel
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen bruingeelbruingelerbruingeelst
verbogen bruingelebruingelerebruingeelste
partitief bruingeelsbruingelers-

Bijvoeglijk naamwoord

bruingeel [1]

  1. met een kleur die tussen geel en bruin in zit
    • „Ik ben inmiddels gestopt met roken”, mailt Remko Weijer uit Utrecht, „maar nog altijd vraag ik me af waarom de filters van de meeste sigaretten allemaal hetzelfde uiterlijk hebben: namelijk bruingeel met vooral een kenmerkende korrel in het ontwerp.” [2] 
    • Theo Durenkamp uit Amsterdam heeft al jaren last van mysterieuze vlekken die hij ’zonnespetters’ noemt. De bruingele druppels lijken spontaan uit de hemel te vallen en zijn moeilijk weg te poetsen. [3] 
    • De aanhoudende droogte heeft veel grasstroken en parken veranderd in bruingele steppes. De onderzoekers gebruiken satellietbeelden van het Netherlands Space Office om de gevolgen voor de groenheid van het gras in kaart te brengen. Ook de uitgedroogde parken in Amsterdam zijn goed te zien. [4] 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bruingeel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.