bromeliafamilie

Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
  • bro·me·lia·fa·mi·lie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bromeliafamilie -
verkleinwoord bromeliafamilietje bromeliafamilietjes

Zelfstandig naamwoord

bromeliafamilie v

  1. (plantkunde) Bromeliaceae familie van de bromelia's van eenzaadlobbige planten
Vertalingen
    1.   

Gangbaarheid
  • Het woord 'bromeliafamilie' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.