broekpak
Nederlands
![](../I/m/Fashion%2C_shop%2C_store_display%2C_colorful%2C_lady%2C_pantsuit%2C_costume%2C_Show_window_Fortepan_30454.jpg)
vrouw met broekpak
Woordafbreking
- broek·pak
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van broek en pak
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | broekpak | broekpakken |
verkleinwoord | broekpakje | broekpakjes |
Zelfstandig naamwoord
broekpak o
- (kleding) dameskostuum met een broek met brede pijpen
- Ook bij Lanvin was de tweede collectie van de nieuwe hoofdontwerper te zien. De sprankelende jurken van Alber Elbaz, die het huis moest verlaten na een conflict met de eigenaar, zijn moeilijk te evenaren, en het is te prijzen dat Bouchra Jarrar, die voorheen haar eigen couturehuis had, haar eigen stijl trouw blijft. Maar haar zachtroze ballerinajurken en transparante bloes met ruches deden wel erg frêle aan voor deze tijden, ook al werden ze gedragen met stevige, platte schoenen, haar broekpakken weer vrij ingetogen in een seizoen van grote vormen.[1]
Gangbaarheid
- Het woord broekpak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- NRC Milou van Rossum 8 maart 2017
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.