broekpak

Nederlands

vrouw met broekpak
Uitspraak
Woordafbreking
  • broek·pak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord broekpak broekpakken
verkleinwoord broekpakje broekpakjes

Zelfstandig naamwoord

broekpak o

  1. (kleding) dameskostuum met een broek met brede pijpen
    • Ook bij Lanvin was de tweede collectie van de nieuwe hoofdontwerper te zien. De sprankelende jurken van Alber Elbaz, die het huis moest verlaten na een conflict met de eigenaar, zijn moeilijk te evenaren, en het is te prijzen dat Bouchra Jarrar, die voorheen haar eigen couturehuis had, haar eigen stijl trouw blijft. Maar haar zachtroze ballerinajurken en transparante bloes met ruches deden wel erg frêle aan voor deze tijden, ook al werden ze gedragen met stevige, platte schoenen, haar broekpakken weer vrij ingetogen in een seizoen van grote vormen.[1] 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord broekpak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. NRC Milou van Rossum 8 maart 2017
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.