briljant
Nederlands
Woordafbreking
- bril·jant
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘schitterend’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1745 [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | briljant | briljanter | briljantst |
verbogen | briljante | briljantere | briljantste |
partitief | briljants | briljanters | - |
Bijvoeglijk naamwoord
briljant
- buitengewoon slim
- De briljante jongen had een schitterend rapport met allemaal negens en tienen.
Zelfstandig naamwoord
briljant m
- een slijpvorm voor onder andere diamant
Hyponiemen
- groeibriljant, halfbriljant
Afgeleide begrippen
- briljant lichtoranje, briljant lichtrood, briljant oranje, briljantblauw, briljantgeel, briljantgroen, briljantrood
Vertalingen
1. een slijpvorm voor onder andere diamant
Gangbaarheid
- Het woord briljant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'briljant' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.