brievenbesteller
Nederlands
Woordafbreking
- brie·ven·be·stel·ler
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van brief en besteller met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | brievenbesteller | brievenbestellers |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
brievenbesteller m [1]
- iemand die de laatste handelingen uitvoert van de postbezorging, namelijk een deel van de sorteerwerkzaamheden en het daadwerkelijk afleveren oftewel "bestellen", van de post, in de brievenbus, of soms in handen, van de geadresseerde
- Il PostinoCanvas (Michael Radford, 1994). Sympathieke filmhuishit over vriendschap anno 1952 tussen op Italiaans eilandje in ballingschap levende Chileense dichter Pablo Neruda (Philippe Noiret), die elke dag stapels post van vrouwelijke fans krijgt, en zijn eenvoudige brievenbesteller.[2]
- Ook de klanten werden geacht mee te werken aan efficiency. Vanaf 1972 was het verplicht voor flatbewoners een brievenbus bij de algemene ingang te zetten en mocht een brievenbesteller niet meer dan tien meter tussen de weg en de brievenbus afleggen. Dienstverlening stond daarbij voorop.[3]
Vertalingen
1. iemand die de laatste handelingen uitvoert van de postbezorging, namelijk een deel van de sorteerwerkzaamheden en het daadwerkelijk afleveren oftewel "bestellen", van de post, in de brievenbus, of soms in handen, van de geadresseerde
Gangbaarheid
- Het woord brievenbesteller staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- NRC 25 juni 2016
- NRC Titia Ketelaar 11 februari 1999
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.