breidelen
Nederlands
Woordafbreking
- brei·de·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
breidelen |
breidelde |
gebreideld |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
breidelen
- overgankelijk (paardrijden) een paard een breidel aandoen
- overgankelijk dienstbaar of onderhorig maken
- De pers werd gebreideld en alle openbare discussie over de grieven tot een hachelijke zaak gemaakt.
Gangbaarheid
- Het woord breidelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'breidelen' herkend door:
72 % | van de Nederlanders; |
69 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.