breidden uit

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • breid·den uit
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
uitbreiden

breidden (…) uit

  1. meervoud verleden tijd van uitbreiden
    • Wij breidden uit. 
    • Jullie breidden uit. 
    • Zij breidden uit. 

Gangbaarheid

  • Het woord breidden uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.