bracelet

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bracelet    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌbrasəˈlɛt/
Woordafbreking
  • bra·ce·let
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bracelet braceletten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

bracelet m

  1. (sieraden) band van vaak edel metaal die om de pols of onderarm wordt gedragen
    • (…) ook de rozen op een witgouden bracelet, maar dan in diamant-slijpvorm bloeien eeuwig door. [3]
    1. (Suriname) schakelarmband
      • De heer Marijnen ontving persoonlijk nog een paar gouden manchetknopen terwijl premier Pengel mevrouw Marijnen een gouden bracelet en een armband, vervaardigd van goud en bauxiet, ten geschenke gaf. [4]
  1. (figuurlijk) (verouderd) twee aan elkaar verbonden metalen boeien die om de pols worden vastgemaakt
    • De Cliever, zo zeggen de stukken, dreigde een ieder met proces, braceletten (handboeien) en schavot. Voor eenvoudige gemeenteleden waren dat uit de mond van een dominee uiteraard zwaarwegende dreigementen. [5]
  1. (plantkunde) naam voor een boom Erythroxylum havanense die voorkomt op de Bovenwindse eilanden
    De bladeren zijn ovaal en bij de voet heel smal, de stelen van de bloeiwijzen hebben na het bloeien veel schubben, de vruchtjes zijn een halve centimeter lang.
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord bracelet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
82 %van de Nederlanders;
83 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

Engels

enkelvoud meervoud
bracelet bracelets

Zelfstandig naamwoord

bracelet

  1. armband
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.