braak uit
Nederlands
Woordafbreking
- braak uit
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
uitbraken |
braak (…) uit
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbraken
- Ik braak uit.
- gebiedende wijs van uitbraken
- Braak uit!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbraken
- Braak je uit?
Gangbaarheid
- Het woord braak uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.